Intro van "Voor ik de pij uitga..."

Tonie Klaasen en zijn jongere broer Den betraden het riante appartement waar zij met zijn tweetjes in woonden. Deze woning waar zij beidde al een jaartje of drie, vier in vertoefden, bevond zich op de derde verdieping van een luxe appartementencomplex.

Veel mensen vroegen zich af waar het tweetal het geld vandaan haalden om in zo'n chique pand te wonen. De werkelijkheid hierachter was vrij simpel. De vader van de jongens betaalde de huur, plus het gas , water en licht. Hij was bang dat er van zijn kinderen niet al teveel terecht zou komen, als hij ze aan hun lot over zou laten. Daarom huurde hij voor zijn kroost in een nette, degelijke buurt een vrij ruim tweepersoons appartement.

De woning lag op een afstand van pakweg vierhonderd meter van het centrum van de kleine, maar toch zeer bruisende stad. De stad was, als het aankwam op omvang en aantal inwoners , niet bepaald groot. Maar echt klein was het nou ook weer niet. Dus , hoewel tamelijk bescheidden op verschillende fronten, voorzag de stad zo ongeveer in alle behoeften van zijn inwoners. Er bevond zich hier zelfs een M.c. Donalds!!!

De broers hadden ieder een groot blik zwaar bier in hun klauwen die ze uit gebrek aan centjes hadden “gekaapt” bij de supermarkt. Ze gingen relaxed op een ruime bank hangen. De donkerbruine kleur die het leer waarmee de bank was bekleed vroeger had gehad, was voor een
groot deel verdwenen. Iets wat de tekenen van verval aandikte. Het aanzicht deed nu meer denken aan een lapjeskat: donkere plekken, afgewisseld met lichte.

De driezitsbank waar het tweetal op zat, maakte samen met een tweezitsbank en een fauteuil deel uit van een setje antieke meubels van het merk Chesterfield. Dit meubilair was in nieuwe staat
schijtduur, maar daarentegen ging het bijzonder lang mee en zag het er prachtig uit. Een van de nadelen van sommige varianten van een Chesterfieldsetje, dus niet van allen maar van sommige , was dat je met geen mogelijkheid een aangename houding kon aannemen op het meubilair. Maar, hoe ouder sommige Chesterfields werden, hoe meer ingezakt de kussens raakten. En als zo'n stoel of bank eenmaal dat punt had bereikt, dan zorgde deze ouderdom voor de aangename eigenschap dat de kussens zich naar je kont vormden, als je erop ging zitten. Als een wat oudere Chesterfield kon praten , zou hij boekdelen kunnen kunnen spreken over de grote verscheidenheid aan
achterwerken waarvan het in al die jaren het gewicht had moeten dragen. Smalle, dunne achterwerken, maar ook dikke en brede. Zo zie je maar, het leven van een Chesterfield gaat niet over rozen.

Hangend in de bank, waren de broers aan het discussiëren over het feit dat de actie om een paar blikken bier te jatten zo makkelijk was verlopen. Den keek naar boven. Hij was uit principe atheïst, dus eigenlijk vrij schijnheilig wendde hij zich tot god voor wat dank.
'Jezus, Jezus heeft ervoor gezorgd dat alles goed is gegaan”, zei Den.

Tonie had bijna geen kennis van het Christendom. Hij had geen communie en ook geen vormsel gedaan en had zelfs nog nooit een bijbel gelezen. Desondanks gaf hij antwoord op de opmerking van Den :'Jij, met je Jezus . Jezus heeft helemaal nergens voor gezorgd. Het enige wat hij
ooit heeft gedaan, was stoer doen bovenop die heuvel met zijn picknickmandje, waar hij genoeg vis, brood en wijn uithaalde om al zijn volgelingen mee te voeden. Maar als je het mij vraagt, had die picknickmand gewoon een dubbele bodem, denk je niet?'

Den kon het nooit zo goed hebben als Tonie weer eens tipsy was en net deed alsof hij overal verstand van had. Het waren situaties als deze die hem deden wensen dat hij een stuk meer assertief was. Misschien kon hij dan zorgen dat Tonie zijn kop hield.

Eigenlijk ,'zei Tonie,' eigenlijk zouden we iemand met ongeveer dezelfde skills als Jezus terug in de tijd moeten sturen om naast Jezus op die heuvel plaats te nemen, zodat zij beidde elkaar zouden proberen te overtreffen .'

Tonie was behoorlijk tipsy en was lekker op dreef. Hij ging verder met het uitkramen van onzin en vroeg: 'En wie zou die persoon dan moeten zijn die ons zou kunnen helpen , beste broeder?'

'Weet ik veel,'antwoordde Den.

'Maar ik weet wel wie dat zou moeten zijn. Niemand minder dan onze eigen Hans Kazan, de beste goochelaar die dit kleine kikkerlandje ooit heeft voortgebracht.'

Hij vervolgde :'Laat hem naast Jezus op die verrekte heuvel plaatsnemen om hun krachten te meten. Jezus zou waarschijnlijk over water gaan lopen of iets dergelijks, terwijl Hansje een sterk staaltje goochelen zou laten zien met behulp van een appetijtelijk uitziende assistente,
want-geef toe Den-Hansje heeft altijd mooie assistentes, nietwaar?'

'Jaja,' zei Den, die heeft ie altijd, dat klopt.'

'Ja, precies, en hij zou dan die beste meid in een doos stoppen en haar récht voor al Jezus'
volgelingen gewoon in tweeën záágen. Waarna hij die twee helften in de rondte zou draaien om ze vervolgens weer te herenigen en de dame er ongeschonden uit zou toveren. Wed maar, dat Jezus' volgelingen zwaar onder de indruk zouden zijn en dat zij “Fuck Jezus, go Hansje” zouden roepen. We zouden dan iets anders hebben dan het Christendom en de bijbel, namelijk het
“Kazanisme”, met het boek van Hans zijn leer , genaamd de “Kazan”. Ik heb hier eerder al eens lang en diep over nagedacht. Ik zat te denken hoe we Hansje terug konden sturen, toen het mij
ineens duidelijk werd dat er een bepaald persoon over deze aardkloot rondloopt die een tijdmachine in zijn bezit heeft."

Tonie stopte even, stak een sigaretje op en nam een slok van zijn biertje. Wazig keek hij zijn broertje aan en vroeg hem: 'Valt het kwartje?'

'Het kwartje? Ik weet totaal niet welk kwartje er dan zou moeten vallen, gast.'

'Oke. Als het kwartje niet valt, zal ik het maar zeggen. Ik weet wel wie die persoon is die ons zou kunnen helpen. En dat is.....professor Barrabas , juist , professor Barrabas van Suske en Wiske.'

Den keek Tonie een beetje vreemd aan en moest lachen. Hij wist namelijk niet zeker of zijn broer een geintje maakte:' Man, dat meen je toch niet serieus?'

Tonie had een blik in zijn ogen die genoeg zei. Hij knikte vervolgens met zijn hoofd om te laten weten dat hij bloedserieus was.

'Maar,' ging Tonie verder, 'het kan niet. En waarom niet? Dat zal ik je vertellen.
Ik heb op internet de telefoonboeken geraadpleegd en in Nederland en
België gezocht., Barrabas, Barrabas, Barrabas, maar hoe hard ik ook zocht, ik vond het nergens.'

Den was niet de slimste. Maar hij had wel stukken meer realiteitsbesef dan zijn broer Tonie. Dat kwam mede, doordat Tonie niet helemaal spoorde. Die goeie Tonie was gediagnosticeerd als schizofreen. Hij had vaak waanbeelden die niets met de werkelijkheid te maken hadden.
En wat helemaal bewees dat hij niet in de realiteit leefde, was het feit dat hij vijfentwintig jaar oud was en nog steeds in Sinterklaas geloofde.

Hij ging verder met zijn gewauwel en zei:' Ik prakkiseerde nog een tijdje door tot ik het in eens snapte. We kunnen Hansje niet terugsturen in de tijd, want de sleutelfiguur in het slagen van het plan, die verrekte Barrabas, heeft een....geheim nûmmer!!!


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Reacties

Goedendag beste meneer, mevrouw, ik ben in eens een paar van de artikelen die ik op mijn blog had staan kwijt, Het gaat voornamelijk over het voorwoord van een van mijn boeken. Het boek heet, " oude koeien"
Ik zou het zeer op prijs stellen als u daar even naar kunt kijken,
Bij voorbaat dank, groetjes Mathias kraak
Mathias kraak, op 16-06-19

Intro van "Voor ik de pij uitga..."

de trein naar.....

Intro van "Voor ik de pij uitga..."

voorwoord "collect" (2010 )

beetje herziende versie "zomaar iets"

zomaar effe een fotootje